Het lijk komt uit de kast

2018Thrillersdef

Literaire auteurs die zich aan een thriller wagen, het gebeurt steeds meer. In het voorjaar van 2017 verschenen maar liefst drie literaire thrillerdebuten: Nachtwandeling van Robbert Welagen, Het lijk in de boomgaard van Geert van Istendael en Dagboek uit de rivier van Jan van Mersbergen (onder het pseudoniem Frederik Baas). De afgelopen jaren gingen Herman Brusselmans, Daan en Thomas Heerma van Voss en Arjen Lubach hen voor. In het nieuwe nummer van Ons Erfdeel neem ik deze thrillers onder de loep.

Waarom kozen deze auteurs plots voor het thrillervak? ‘Ik houd heel erg van het genre’, zegt Robbert Welagen in een interview met Carolina Lo Galbo voor VPRO Boeken. ‘Ik lees het graag, ik kijk het graag op televisie. Dat doe ik eigenlijk al heel lang. Het begon toen ik nog thuis woonde bij mijn ouders en meekeek naar series op televisie.’ Eenzelfde geluid bij Geert van Istendael in een interview voor Bruzz: ‘Ik lees al 50 jaar misdaadromans. Al heel lang Simenon (…). Zo vreemd is het dus niet dat ik me aan het genre waag.’

In het programma TerZake zegt Herman Brusselmans: ‘Ik lees zelf veel thrillers. Ik heb bewondering, belangstelling ook, voor thrillerschrijvers. En wat ik daarmee kan doen is het parodiëren, er een pastiche van maken.’ Aan Hebban bekent Arjen Lubach waarom hij een thriller schreef: ‘Allereerst omdat ik mijn collega-schrijvers wel eens hoorde zeggen: “als het misgaat kan ik altijd nog een thrillertje schrijven”. Dat dacht ik zelf ook wel eens, maar eigenlijk vond ik dat ook best wel arrogant. Want is het wel zo makkelijk om een thriller te schrijven? Ik wist dat ik daar alleen maar achter zou komen door het te proberen. Het is een heel eigen metier, weet ik nu. Het uitdenken van de puzzel, het achterhouden van informatie, het werken naar een plot. Ik vond dat erg leuk om te doen, maar ook best moeilijk.’

Daan Heerma van Voss zegt op Hebban: ‘Er wordt te licht gedaan over het schrijven van een thriller. We wilden niet zomaar een grap uithalen, je moet de lezer serieus nemen om zelf serieus genomen te worden. We zouden ons committeren aan het genre, en aan de arbeid.’ Thomas: ‘Het onderscheid tussen ‘thriller’ en ‘roman’ wordt vaak veel te stellig en zwart-wit gemaakt, en het wordt ook veel te snel gekoppeld aan kwalitatieve oordelen. Ik ken talloze veelgeprezen romans die, als er thriller op had gestaan, eenvoudig als thriller door het leven hadden gekund. Omgekeerd heb ik genoeg thrillers gelezen die ik diepgravender vond dan menig roman.’

Jan van Mersbergen tot slot is al bezig aan zijn tweede misdaadroman. Hij doet dat echter onder het pseudoniem Frederik Baas. Op zijn website verklaart hij waarom: ‘De verdeling: Jan schrijft romans en Frederik Baas thrillers is helder. In feite denk ik dat de genres anders zijn maar dat het vreemd is dat een schrijver zich zou moeten beperken tot één genre. Lezers lezen romans en thrillers door elkaar, boekhandelaren verkopen romans en thrillers door elkaar, waarom zou ik als romanschrijver me niet aan een thriller wagen? Echter dan wel met een duidelijk onderscheid. Niet als romanschrijver die zich schaamt voor dit genre, maar met dit boek als het begin van een nieuw merk.’

Hoe goed zijn de misdaadromans van deze literaire schrijvers? Tillen ze het genre op of vallen ze door de mand? Dat lees je in Ons Erfdeel.


Plaats een reactie